Veldwerkers die voor Wycliffe uitgezonden worden, krijgen geen salaris. Wycliffe heeft geen andere inkomstenbron dan particuliere gevers, kerkelijke organisaties, zakelijke sponsors en enkele stichtingen of fondsen.
Iedere gezondene bouwt een achterban op die nauw betrokken is bij het werk door informatie, bidden en geven. Zo ontstaat er een verbinding tussen christenen hier en daar, allemaal onderdeel van Gods wereldwijde kerk. Hierin zijn onze middelen niet van ons zelf, maar delen we die als rentmeesters van Gods goede schepping.
Alfred en Hannah hebben zich belangeloos en fulltime beschikbaar gesteld om Gods woord beschikbaar te maken voor Doven en slechthorenden dichtbij en ver weg, en zien af van een betaalde baan. Hoe mooi is het dat een brede kring van mensen hen ‘ontzorgt’ en deelgenoot wordt van hun reis in Gods koninkrijk.
Wycliffe staat bekend als organisatie die goed voor haar veldwerkers zorgt. Ongeveer de helft van de begroting gaat naar werk en studiekosten, verzekeringen en een gemiddelde oudedagvoorziening. Eenmaal uit Nederland vertrokken bouwt men immers niet ‘vanzelf’ meer AOW op. Ook is de buitenlandse scholing voor de kinderen niet meer ‘gratis’ (de kosten zijn in Nederland ook rond €8000 per kind maar dat is verdisconteerd in belastingen). Werkkosten zoals reizen en training zijn nodig voor toerusting en bouwen van relaties. Per land wordt een leeffactor vastgesteld en vestigingskosten, visumkosten.
Hoewel het leven vaak wat soberder uitpakt dan in Nederland, en de veldwerker afziet van het opbouwen van een eigen vermogen, is de totaalbegroting hoog vanwege bovengenoemde kosten. Daar staat tegenover dat giften aan Wycliffe aftrekbaar zijn voor de belastingen, en dat veel van onze veldwerkers geen of geringe(re) belasting betalen in hun werkland.